maandag 3 december 2007

Australië en de Verenigde Staten blijven in Uruzgan

Australië en de Verenigde Staten blijven Nederland ook na augustus 2008 in Uruzgan steunen. Nederland ziet graag andere landen die al in het zuiden zijn daar blijven en meer troepen komen van andere landen. Nederland wil de leiding over ISAF in Uruzgan behouden.

Washington en Canberra hebben Nederland toegezegd om in Uruzgan te blijven. Dit blijkt uit de “artikel 100-brief” die het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De Amerikanen blijven op de bases in het noorden van de provincie. Ze beheren hier de posten Anaconda en Cobra en hebben daarbij hulp van Afghaanse militairen.

Australië, dat met special forces en een reconstructieteam deel uit maakt van de onder Nederlands commando staande Task Force Uruzgan, blijft alleen als Nederland haar missie verlengt. Australië heeft ongeveer 900 militairen in Afghanisten.

Het onder Nederlands commando staande Task Force Uruzgan (TFU) blijft in Tarin Kowt en Deh Rawod.

Daarnaast hebben de Nederlanders de vooruitgeschoven posten Poentjak en Volendam.

Partners in het zuiden

Het kabinet rekent er ook op dat de andere internationale troepen die nu in de zuidelijke provincies aanwezig zijn, daar onverminderd actief zullen blijven.

Het gaat daarbij om Canada, dat het Provinciaal Reconstructie Team in Kandahar leidt, het Verenigd Koninkrijk, dat het PRT leidt in Helmand en daarbij steun krijgt van Denemarken, Estland en Tsjechië.

Verder Bulgarije, dat onder meer een bewakingseenheid levert voor het vliegveld in Kandahar,
Litouwen, Jordanië, de Verenigde Arabische Emiraten en Roemenië, dat samen met de Verenigde Staten het PRT in de provincie Zabul draaiend houdt.

Vijf andere landen hebben politieke toezeggingen gedaan om een bijdrage te leveren in Uruzgan. De Volkskrant schrijft dat daar, net zoals in Nederland, nog goedkeuring van hun parlementen voor nodig is.

Het gaat om Slowakije, Hongarije, Frankrijk, Tjechië en nieuwkomer binnen de ISAF Georgië.

Slowakije en Tsjechië nemen in het plan van het kabinet de bewaking van de Nederlandse militaire bases in Tarin Kowt en Deh Rawod over.

Tsjechië levert ook al een bewakingseenheid aan het PRT in Helmand van de Britten. De Tsjechische militairen staan te boek als goed opgeleid en goed uitgerust.

Over een aanbod van Tiblisi om 200 militairen met eigen materieel te leveren, wordt nog nagedacht. Volgens het kabinet moeten de capaciteiten van de Georgiërs nog militair technisch worden onderzocht.

De Georgiërs zouden door Amerikanen zijn getraind en hun eigen helikopters meenemen. Momenteel zijn er nog 2.000 Georgiërs gestationeerd in Irak.

Met een aantal niet nader genoemde partners wordt nog gesproken over het leveren van chirurgische teams voor het militaire hospitaal op de basis in Tarin Kowt.

Canada en Kandahar

Ottawa moet echter nog een beslissing nemen over de verlenging van de missie in Kandahar in 2009. Het land gaf aan dat dat voor april 2008 zou gebeuren. Een beslissing die de regering van Canada neemt moet daar ook bekrachtigd worden door het parlement.

Canada dringt er, evenals Nederland, op aan een structurele bijdrage van andere landen in het zuiden te mogen verwelkomen.

In het zuiden en het oosten van Afghanistan is de opstand van de Taliban het hevigst. Dagelijks wordt er gevochten en er vinden veelvuldig aanvallen plaats met bermbommen en zelfmoordcommando’s en er worden hinderlagen gelegd.

De NAVO beschikt daarentegen over het totale luchtoverwicht waarmee de troepen op de grond ondersteund worden.

Instructeurs en ANA

Het ANP meldt dat het er vooralsnog naar uit ziet dat Slowakije, Hongarije en Frankrijk elk een team levert dat “op de grond” en al vechtend Afghaanse militairen opleidt. Nu zijn er vier Nederlandse van deze zogenoemde “ommeletjes” (OMLT's).

Dat aantal zal worden teruggebracht tot twee, zodat er uiteindelijk in totaal vijf teams overblijven.

Op dit moment zijn er ruim 950 Afghaanse militairen (ANA) in Uruzgan. Het kabinet gaat er vanuit dat dit er in april 2008 tussen de 1200 en 1400 zullen zijn.

Er waren eerder wel berichten dat er afgelopen zomer al 2.000 Afghaanse soldaten in Uruzgan zouden worden gestationeerd, maar ze kwamen steeds niet opdagen.

De eerste lichting Afghanen arriveerden pas tijdens de NAVO-top in Noordwijk.

Luchtsteun

Nederland wil zelf de hele veiligheidsketen in de hand houden, ook in de lucht met vijf Apache gevechtshelikopters en "vier F-16’s".

Het wordt als erg belangrijk gezien om over eigen “airsupport” te beschikken indien dat noodzakelijk is en daarbij niet van een ander land afhankelijk te zijn.

Dit overkwam de Noren onlangs toen Duitse helikopters zich terugtrokken in de noordelijke provincie Badghis terwijl de Noren samen met Afghanen in een vuurgevecht verwikkeld waren met opstandelingen.

“Lead-nation”

Nederland wil de leiding houden over de TFU en als eerste aanspreekpunt aanblijven voor de Afghaanse overheid.

Het voordeel is daarbij ook dat Nederland een doorslaggevende stem heeft over alle operaties die in de provincie worden uitgevoerd. Bovendien blijft Nederland vertegenwoordigd in de diverse ISAF hoofdkwartieren.

Troepenaantal

Het kabinet wil het aantal Nederlandse militairen in Uruzgan met een paar honderd terugbrengen tot ongeveer 1000 tot 1100.

Nederland is verder met ongeveer 200 militairen aanwezig in Kandahar, waar ze onder meer 6 F-16 gevechtsvliegtuigen hebben gestationeerd.

Samen met de Nederlanders in de hoofdstad Kabul en in Kandahar zal Nederland ongeveer 1.350 tot 1.450 militairen na augustus 2008 in Afghanistan houden. Nu zijn dat er ruim 1.650.

Om deze toezegging mogelijk te maken, trekt Nederland zich begin 2008 voor een deel terug uit de snelle reactiemacht NRF van de NAVO.

Het gaat onder meer om een militair hospitaal en logistiek personeel. Eerder maakte het kabinet al bekend dat het onder meer minder F-16's voor deze reactiemacht beschikbaar had.

In het zuiden en het oosten van Afghanistan is de opstand van de Taliban het hevigst. Dagelijks wordt er gevochten en er vinden veelvuldig aanvallen plaats met bermbommen en zelfmoordcommando’s en er worden hinderlagen gelegd.

De NAVO roept bondgenoten op om in het zuiden te hulp te komen, maar grote NAVO-partners zoals Italië, Spanje, Duitsland en Frankrijk zijn niet bereid om dat te doen. Waarnemers en verslaggevers spreken daarom ook wel over “een scheuring binnen het pact”.

“Artikel 100”

Een brief die onder “artikel 100” valt is een zeer belangrijke brief. “Artikel 100” staat in rechtstreeks verband met de staatsveiligheid.

Een dergelijke brief hoort bij dreigende situaties waarin Nederland of bondgenoten zich kunnen bevinden. In artikel 100 is bijvoorbeeld ook opgenomen dat er zich situaties voor kunnen doen waarin strikte geheimhouding noodzakelijk is.